dinsdag 3 september 2019

de eerste horde

En plotseling ruikt het 's morgens al een beetje herfstig.  Een jaar is voorbij gestormd, de eerste zomer is bijna overgevlogen, het experiment-tuinjaar heb ik doorsparteld.  Er waren voortdurend momenten van kinderlijk geluk, bij het plukken van al dat groen, bij het zien groeien van de moestuin en van al die geweldige wilde bloemen.

Meer dan 300 kinderen stormden door de tuin toen Kunst In Zicht er zijn tenten opsloeg.  Ze maakten er eetbare verf en stonden verbaasd hoeveel bloemen er eetbaar zijn.  En nog lekker ook!  Iedere week kwamen de kinderen van de basisschool de Parel tuinieren met hun opa's, zo zalig om te zien.  Zelfs Karrewiet kwam kijken en filmen.  We genoten van veel zonsondergangen, van het koken in openlucht.  Verre reizen hoefden even niet.  Ik heb veel geleerd, ik heb mijn oren gespitst als ervaren tuinders hun weetjes rondstrooiden, ik heb veel tuinboeken verslonden tijdens de winteravonden, ik heb dingen uitgeprobeerd.

Ik heb ook zitten vloeken en prutsen, het onkruid woekerde en de woelmuizen lachen in hun vuistje.   Sommige dingen moet ik helemaal anders aanpakken.  Er zijn boompjes gesneuveld door de droogte, ik heb een heleboel dingen te laat gezaaid of verkeerd geplant.  Want waar bleven de boontjes?  Waarom groeiden de courgettes niet?  Waarom lusten duiven zo graag jonge kool?  Maar het fijne aan tuinieren is dat je het volgende seizoen gewoon met een verse lei kan starten.  Alles krijgt opnieuw een kans. Ik heb een hele waslijst van voornemens voor volgende lente, de verse plannen rijpen al in mijn zomerhoofd. 

En al klaagt de boerin, naar de groentenafdeling in de supermarkt gaat ze niet meer.  We eten wat de tuin schaft.  Winterpostelein, kolen en bietjes à volonté in de winter.  Op dit moment woekeren de wilde rucolla en de zomerpostelein.  De serre biedt ons volop tomaatjes.  De sla, rode biet en snijbiet groeien goed en de kelder ligt vol met ui.  De kolen zijn op komst en de wilde kruiden krijgen een tweede leven na de droogte.  Eten genoeg voor een lekker maaltje.  We roeren een pan risotto met verse tomaat en wilde marjolein en maken koekjes van snijbiet.  Ik geef toe, mijn kinderen zijn geen grote fans van snijbiet maar verstop ze in een burgertje en misschien happen ze wel toe. 

 


 Snijbietburgertjes  voor 12 stuks

500 g snijbiet, stelen heel fijn gesneden en blaren apart gesnipperd
3 tenen look, geperst
olijfolie
1 bolletje mozzarellakaas
3 eetlepels Parmezaanse kaas, geraspt
2 eieren
75 g linzenmeel (of vervang door kikkererwtmeel)
kruidennzout
tak salie, blaadjes fijngehakt
takje rozemarij, naaldjes fijngehakt
handvol groene olijven, in plakjes gesneden

Fruit de snijbietsteeltjes in olijfolie gedurende 5 minuten.  Voeg de look en de gesnipperde blaren toe en laat meefruiten tot de blaren helemaal zijn geslonken. Neem de pan van het vuur en laat het mengsel gedeeltelijk afkoelen.
Voeg de overige ingrediënten toe en meng alles goed door elkaar.  Maak met je handen 12 kleine burgertjes van het mengsel.  Bak ze aan beide kanten krokant in olijfolie.
Serveer met een tomatenrisotto.